Mooi weer voor een mooie rit!

Alle ogen waren een week voor deze magische rit gericht op de weersvoorspellingen, alle moderne  middelen waren gebruikt om maar op die ene zondag te krijgen wat we wilden.

Een gastvrij onthaal door Dirk en Ina in het pittoreske dorp Warns in het Friese Gaasterland, onder een stralende zon, met hier en daar een wolkje. Het blijft elke keer weer spannend wat het aantal deelnemers gaat worden, ruim dertig equipes verschenen in Warns, hoewel niet iedereen de rit meereed.

Na een heerlijke lunch, vertrokken de eersten om een uur of één, voor een onvergetelijke tocht! Slingerend via de dijk langs het Ijsselmeer naar Laaksum, het kleinste vissershaventje van Europa. Even een bakje koffie bij de enige uitbater ter plaatse, op het samengeraapte meubilair van oma, het heeft zo z’n charme….

Rit slingerend vervolgd naar Nije Mirdum, zowel in richting als in hoogte, nee niet door de beerenburg in de koffie, maar gewoon het ongewone landschap volgen met de relatief grote hoogteverschillen in het landschap met het Rode Klif (soort kalkrots stijgend uit het IJsselmeer, waarde plaatselijke bevolking de Hollanders heeft verslagen, een poosje geleden…….)

In Nije Mirdum de oerbossen ingedoken, indrukwekkende beukenlaan ingereden als een kathedraal voor MGtjes. Zo nietig je kunt zijn in deze omgeving. Onderweg hebben we wel een buitje gehad, maar het klaarde snel op. Ook de binnenkant van het voorruit was weer snel droog…….

Hier en daar kwamen we een bekende tegen, al het schoons fotograferend. Han en Pim waren  weer gefascineerd door de uitbundigheid van de Friese natuur en fotografeerden erop los.

In Rijs streken we neer op een, naar bleek, zeer ongezellig terras met een idem dito gastheer, maar wij maakten het zelf wel heel gezellig met Peter en Lucienne en Theo en Joke.

Via Koudum, ’t Heidenskip naar Workum, waar diverse equipes tegenover het Jopie Huisman museum een ijsje aten. De buitentemperatuur was inmiddels minstens één ijsje waard. Inmiddels was de tijd aardig doorgelopen. We werden om een uur of vijf weer in Warns verwacht, maar moesten toch nog een stukje. Dus het gas erop en via Hindelopen langs de IJselmeerdijk naar Stavoren. Onderweg de fotografen kwijtgeraakt, want zij moesten in Stavoren toch echt nog de visfontein op de foto zetten…….

In elke stad van Friesland is in het kader van de culturele hoofdstad Leeuwarden 2018 een fontein geplaatst. Daar is deze één van.

In Warns aangekomen na een slordige 100km, was het goed toeven in Café op e‘Warns. Daar was de prijsuitreiking voor de equipe die van het verst (woonplaats) en het dichts bij Kwam. Aad en Trees waren, zoals bijna gebruikelijk, weer de winnaars van de fles druivensap voor de grootste afgelegde afstand, van het dichtstbij kwamen  Marion en Henri.

Na wat borrelen en napraten vertrokken de meeste deelnemers, een aantal bleef een hapje eten.

Het was weer, het lijkt wel een gewoonte te worden, uiterst gezellig!

Tot volgend jaar!

Groeten Marion en Henri

Belevenissen Aad en Trees met De Gaasterlandrit bij de MGATO-MG Vriendenclub Noord

Zoals wij vorig jaar in Octagon 5 reeds berichtten, was het op 15 juli 2018 goed toeven bij de gezamenlijke rit van de MGATO en de MG Noord Vriendenkring in Friesland. Dus togen wij ook dit jaar weer op 15 juni met onze MGA 1600 MKII richting Friesland. We zijn die dag in Hotel De Stadsboerderij in Hindeloopen beland. Het was mooi weer om het praktisch autovrije stadje Hindeloopen eens te verkennen. Op ons dooie akkertje – Trees is geen hardloper – wandelden we door het stadje en eindigden wij op de Zuiderzeedijk, waar ik als ‘Hendrik-Jan de tuinman’ de lokale schaapsherder verving. Ik kreeg al snel een grote kudde schapen achter me aan die ik, zonder hond, tot de haven begeleidde. Ik liet de kudde daar achter en ontdekte onmiddellijk dat mijn spierwitte dancing shoes veranderd waren in originele kakschoenen. Het kostte me veel poetswerk voordat de witte kleur weer tevoorschijn kwam. Omdat het tijd werd voor wat voedsel streken we neer bij de lokale Argentijn. Ik bestelde, uiteraard, de grote versie van de ribeye – medium graag – en hij moet wel mals zijn.

Maar of hij nu geroken had dat ik schaapsherder was geweest of mijn vieze schoenen had gezien, ik kreeg een grote taaie lap vlees die mijn kaken amper konden verwerken. Ik dorst geen nieuwe te bestellen en na een vriendelijk ‘tot ziens’ togen we naar ons hotel waar ik eerst mijn quasi witte schoenen voor echt witte exemplaren verruilde.

Ik kon natuurlijk mijn mond niet houden waarna de waard mij – zonder zijn collega te willen beschadigen – verkondigde dat hij de allerbeste ribeyes van Friesland serveerde en dat maakte hij nog waar ook.

Voldaan werd de gezellige hotelbar ons volgende project of eerder een charmeoffensief. Naast mij belandde een Patricia Paay lookalike waarmee de barkruk gelijk goed bezet was. Haar haren wapperden heen en weer, ik zag zelfs nog meer wapperen en ….. ze leek net echt! Trees zag dat ik aan deze vrouw ‘mijn handen vol had’ en vertrok met de noorderzon.

Er volgde een geanimeerd gesprek over mijn vroegere werk en haar werk als schrijver, vormgever en fotograaf. Ons beider levenswerk had best wat paralellen en was ook best wel boeiend te noemen. “Je zou er zó een verhaal over kunnen schrijven!”, riep ze enthousiast.

Al die tijd bleven haar haren gracieus heen en weer wapperen en hield ze haar kapsel met haar handen in het gareel. Ik kreeg er bijna rode oortjes van!

Gelukkig kwam Trees weer terug van de noorderzon. De dame gaf mij haar persoonlijke visitekaartje met daarop een klavertjevier en een klein hartje en wenste ons welterusten.

De volgende ochtend met Trees heerlijk ontbeten en met de MGA koers gezet naar Warns. De accommodatie daar was zeer nostalgisch. Vanaf de voorgevel tot achter in de tuin waren de eeuwen in de verschillende bouwwerken nadrukkelijk af te lezen. Ik was vooral geïnteresseerd in de grote kloostermoppen, achter in de tuin, die werden afgewisseld met veel ouderwetse bouwstenen uit verschillende tijdperken. Uit de constructie van deze bouwstenen kon je de metamorfose van de eeuwigdurende verbouwing zien. Eeuwen geleden moet het huis bewoond zijn geweest door een rijke schippersfamilie en is het gelukkig gespaard gebleven voor een noodlottige sloop. En nu is het de woning en atelier van schilderes en kunstenares Ina Hogen-Esch.

Dirk en Ina onthaalden er ons gastvrij. We konden vrij in en uit lopen en kregen uitleg over de geschiedenis van het oude schippershuis. Zelfs voor een lunch was gezorgd en de begroeting van bekenden en minder bekenden was ontspannend en gezellig.

Er gingen ca. 35 auto`s van start. De rit meanderde langs het IJsselmeer. De tocht ging door het kleinste vissersplaatsje van Europa, Laaksum, en ging verder in de richting van Nijemirdum langs diverse historische plekken, ieder met een eigen verhaal. De variatie in landschappelijk schoon was geweldig. Zo reden we door een wijds en zonnige landschap om vervolgens een dicht bos in te schieten, waar de bomen elkaar omarmden en de koplampen moesten worden ingeschakeld. Deze oerbossen vind je gewoon in Friesland!

We reden de Brink in Rijs voorbij en via Koudum en door het heidelandschap It Heidenskip naar Workum. Uiteindelijk kwamen we in Hindeloopen terecht, waar we de Argentijn links lieten liggen en heerlijk in De Stadsboerderij een pilsje vatten.

Vanuit Hindeloopen via Molkwerum naar de hoogmoedige koopmansweduwe ‘Het Vrouwtje van Stavoren’.

Zij liet een schip met overdadig mooie tarwe de zee in storten, waarna er een vloek over haar uitgesproken werd. “U zult voor Uw overmoed gestraft worden! Er komt een tijd dat U zult gaan bedelen.” Waarop zij antwoordde “Zomin deze ring nooit uit zee terugkeert, zomin zal ik tot de bedelstaf vervallen.” En ze voegde de daad bij het woord.

Korte tijd later ontdekte de dienstmeid van de vrouw de ring in de ingewanden van een vis, die ze klaarmaakte voor het middagmaal.

Al snel sloeg het noodlot toe. Haar schepen vergingen een voor een, de haven slipte dicht en op de drooggevallen zandbanken groeide het graan dat door Het vrouwtje van Stavoren in zee geworpen was. Aldus de sage van Stavoren.

Voor we het wisten kwamen we in Warns aan, waar de rit eindigde in het gezellige Café Op Warns. We bleken ook nog in de prijzen te vallen omdat we, volgens de routeplanner van de ANWB, 197 km hadden gereden om in Warns te komen en we daardoor de meeste kilometers hadden moeten rijden om deel te nemen aan deze Gaasterlandrit. Han overhandigde ons een fles wijn, zoals altijd een goede!

Moraal van ons verhaal: “Gewoon altijd meedoen, succes verzekerd”.

Aad en Trees Zuijderwijk